Tussen de lijnen probeer ik ook de volgende vraag aan te raken: “Weerstaan Zuid-Korea, Taiwan & Hong Kong nog de asem van de Chinese Draak"?
BUSAN (Zuid-Korea)
Een tapijt van caleidoscopische kleuren, zeevruchtensmaken, een stedelijk- maar ook strandsprankelende sensatie, dat is Busan. Een heerlijke setting, zo onderaan dat Koreaanse schiereiland, vlakbij Japan en bijgevolg een van de drukste wereldhavens met zowat 3,5 miljoen inwoners en de tweede stad van het land. En met toch een eigenzinnige kijk, weg van wereldsheid, dat is Busan enigszins samengevat. Een stad rug gedekt door weelderig groene bergflanken en meanderend tussen eindeloze door de oceaan bespoelde kusten.
Het is hier half oktober 24° op dezelfde breedtegraad van Sicilië. Onze gids heet, u gelooft het nooit, … Kim. Naast Lee en Park, hier de meest voorkomende naam. Ze stelt de chauffeur voor: “Lee is an experienced driver!” Thank God for that.
Het esthetische hoogtepunt van dit gebied zit vervat in de Temple by the Sea, Haedong
Yonggung (1376), genesteld op dramatische kliffen met verkruimelde rotsen tussen splashende golven. Een waar, Oosters sprookje verteld met verdiepingen tellende pagodes, bekroond met expressieve leeuwenbeelden die een scala van emoties tonen. Onderweg gaat het over lange, hoge bruggen, o.m. de brede dubbeldek Diamond Bridge (’s nachts door wel 60 000 lampen verlicht). Ze overspannen verscheidene haveninhammen. Nadien rijden we langs adembenemende panoramische kustgezichten.
De Haedong Yonggung is een subliem, sprookjesachtig heiligdom en vereringsplaats qua sfeer, ornamentale rijkdom en versieringen op een bijzonder idyllische plek zo tegen de kustwanden, maar er moet moeite voor gedaan worden. Veel klimmen en dalen langs moeilijke, gebroken paden en onregelmatige trappen, maar elke inspanning biedt een nieuwe beloning vol verrassingen: allerlei tempeltjes, standbeelden en sculpturen rijzen tussen de kliffen op, tegen grillige rotsen boven een uitbundige oceaan. Een magische ervaring, die golven, die kleurige ornamenten, de Sutra chants en al die hele complexe architecturale wondertjes met hun kleuren- en oogverblindende picturale kracht. Met Boeddha’s en aanverwanten als een lust voor elk zintuig. Tussen de vele bezoekers ook “overgestoken” Japanners. Ik kan ze niet uit elkaar houden, al heb ik wel de indruk dat de Koreaanse jongens meer gelijk gekapte kopjes hebben, met van dat licht weerbarstige, korte stugge haar.
Over de Oryuko Skywalk uitkijkend over het scheidingspunt tussen de Oost- en Zuidzee, kan ik kort zijn: een toeristenattractie. Met een soort lompenzakjes rond je schoenen, ter bescherming van de glazen vloer, wandel je a.h.w. boven de zee. De doorkijkbodem geeft je het gevoel boven de klotsende golven te wandelen. Maar vooral de vergezichten op de twee kleine Daemadi eilandjes en stadsdelen van Busan, met zijn stereotiepe, steriele appartementsgebouwen langs de kustlijn, lonen.
Op de terugweg leer ik dat de Koreaanse Oorlogen, ondanks het laatste stukje weerstand hier in het diepste puntje van het land, er tegen de resp. Chinezen en Japanners ferm heeft ingehakt. Dat blijkt ook door ‘s wereldse enige echte VN-begraafplaats. En misschien ook wel eigenaardig: 40% Christenen hier tegenover 60% Boeddhisten. Raar.
JEJU
In de terminal word ik verwelkomd door twee meisjes in lokale klederdracht waarmee ik meteen op de foto mag en me overladen met brochures en een massagegadget. Jeju is een vakantie-eiland niet alleen voor Koreanen maar ook voor “Chipanezen”, vooral voor honeymooners en stellen. Shanghai, ligt op twee uur vliegen, Tokyo ook op twee uur, Seoul op 85 minuten.
Het is een paradijs voor natuurliefhebbers vanwege de ongelooflijke diversiteit aan landschappen en natuurlijke pracht, samengebald in dit toch kleine eilandje. Op de Halassa berg (Unesco) kan je skiën en er zijn bewandelbare vulkanen. Een ervan heet Seongsan Illchulbong, meer bekend als Sunrise Peak. Uitgedoofd met een enorme begraasde krater. Verder veel wandelpaden en hikespots, Jeju Olle trails genaamd. Er is enorm veel groen en bos. Stranden met zwart, wit, rood en grijs zand ontmoeten turquoise waters, heerlijk voor surfers en zonzoekers Je vindt er dramatische kustlijnen met zelfs watervallen die vanop hoge hoogte rechtstreeks in zee vallen.
Het Jeju Folklore and Natural History Museum toont indrukwekkende lava rotsformaties en vulkanische stenen waaruit soms beelden worden gekapt, zoals de merkwaardige, overal aanwezige Dol Hareubang (Stenen Grootvader die beschermende kracht levert). De folkloristische en traditionele Koreaanse levenswijze wordt weergegeven in reconstructies met poppen en rekwisieten in taferelen binnen huizen, kamers, op vissersboten. Opvallend weer dat het huiselijk leven, zich overal op de grond afspeelt. Uniek zijn de Haenyeo’s, de beroemde, veerkrachtige vrouwelijke duikers die dagelijks op zoek gaan naar zeewier, schelphoorns (waarop je kan blazen), octopus en andere schelpdieren. Puur gedroogd zeewier (zonder zout noch sesam) en haliotis, zeeoor (in een schelp) hebben een superfijne smaak, dat laatste een delicatesse die tot tien cm groot kan zijn.
Gids Takae Suzuki stopt me een prachtig gevouwen bloemenpapiertje (mini-origami-oefening) toe met daarop handgeschreven: Nice to meet you. Erin zit een soort summier businesskaartje met haar naam, telefoonnummer en de woorden, ook in Japanse tekens: Ichigo Ichie. Ik zocht het op. Het is een Japans spreekwoord, dat letterlijk betekent “Een Leven, Een Ontmoeting”. Het leert ons om elk moment dat we tegenkomen te koesteren, precies omdat het slechts één keer in ons leven voorkomt. Deze leer komt voort uit de filosofie van de Japanse Theeceremonie in de 16de eeuw. Takae is trots op haar eiland: We have no beggars, no thiefs, but plenty of raw fish.
Dan gaan we wandelen in het Halia Arboretum langs een forest trail. Een injectie serene rust en pure zuurstof. Ik zie zeldzame planten, een bamboebos, een mostuin en betoverende orchideeën op plekken, ingericht met van die decoratieve lavastenen. In de Dongun Traditional Market word ik ondergedompeld in een orgie van lokale delicatessen voor een prikje. Ik zie me totaal onbekend bereidingen en voedselproducten, die verbazingwekkend eigenaardig, tot soms licht weerzinwekkend zijn. Het hier unieke zwarte varken en de catch of the day van de Haenyeo’s blijken het meest het scoren waard. Wel een drukke, maar interessante ervaring, daar niet van. Kamsahamnida (dank u).
INCHEON
Onze gids heet … Park. Vandaag a walk in the park with Park? Niet echt. Maar eerst gaan we on the road again. Overal zie ik RO = road, dat leerde ik al.
En dat op weg zijn leidt ons over een merkwaardig aantal autowegen op bruggen boven quasi waterloze oppervlakten, als een netwerk doorheen haven en metropool. Dit illustreert meteen de fundamentele rol van de timing tijdens de ooit (laffe, onverwachte) Chinese invasie hier. Die moest plaatsvinden bij springvloed zodat militaire schepen zo diep mogelijk landinwaarts konden infiltreren. En ja, bij eb is dit een merkwaardig, schraal landschap met lange, verloren lijkende bruggen en viaducten.
Park begint over de uiterlijke kenmerken van Koreanen, waarbij hij verschillen wil aantonen t.o.v. onze percepties van oosterse pannenkoeken-spleetogen gezichten, en zich zo fijntjes afzet tgov. … de Chinezen. Hun cheekbones (jukbeenderen) zijn anders, zegt hij. En Koreaanse jawbones (kaakbeenderen) zijn verzacht door het weer (de wind met name). Hij gaat maar door. Over kenmerken van Chinezen, Mongolen, Koreanen en Japanners. En over verschillen in taal en gewoontes naast meer triviale trekjes. Om te besluiten dat zij high educational levels behalen, maar helaas amper 0,7 kinderen hebben per koppel, het laagste gemiddelde van deze landen. Waar wil hij naartoe? Dan begint hij over de gewoonte om octopus of inktvis te kauwen en over de wereldwijd vermaarde K-dramareeks “Parasite” op Netflix. Hier haak ik af. Ik netflix niet en doe ook niet aan gezichtsstudies.
Als wereldreiziger valt het me op hoeveel plekken er zijn met War Memorials, militaire kerkhoven en oorlogsmusea. Wat zegt dat over ons mensdom? Ik denk spontaan aan onze Westhoek, Waterloo, Sarajevo, Pearl Harbour en zoveel andere bestemmingen die ik bezocht. Ook Hiroshima deze reis. In Incheon is de Koreaanse oorlog tegen de Chinezen en Noord-Koreanen heel aanwezig, want hier begon ooit die gruwelijke, onverwachte, in het geheim lang voorbereide invasie.
We bezoeken ook de Landing Memorial Hall, opgericht t.g.v. de herdenking van de honderdste verjaardag van de opening van Incheon haven in 1984. Het verwelkomt ons op het plein ervoor met authentieke oude tanks en andere legervoertuigen. Het centrale thema is de succesvolle landing operatie geleid door generaal Douglas McArthur in 1950 en biedt een waardevolle invulling van het verloop. Vooral de persoonlijke betrokkenheid in Park’s uitleg raakt me. Hele families zijn nog steeds door de DMZ (gedemilitariseerde zone) voor het leven van elkaar gescheiden. Het Noorden koos voor communisme, isolatie van en met het buitenland, indoctrinatie en … armoe en hongersnood en ook kernwapens en een verplichte tienjarige legerdienst. Dat staat in contrast met de Zuidelijke republiek dat zich snel opwierp als een democratische grootmacht en een economisch walhalla. Parkboy heeft het ook over de Noord-Koreaanse vluchtelingen die, als ze daar al in slagen (voornamelijk via China) alleen maar spreken over de hongersnood daar. Een volk dat naar buiten toe propaganda voert van extatisch geluk en hun dictator orgasmerend bejubelt, terwijl ze van honger sterven. Het is onvoorstelbaar.
Net als in Japan is de openbare infrastructuur overweldigend en meesterlijk efficiënt. Hyundai en Kia leveren hier supergrote luxe auto’s en VIP-limousine autocars af; in Europa niet eens op de markt. Wij mogen het genoegen ervan smaken op deze excursie. De bus zit nl. stikvol comfortabele snufjes en bevat een overdadig gedecoreerd interieur dat naar mijn smaak wel brrr kitscherig overkomt. Wat me opvalt: 90% van de wagens hier zijn wit.
In het Wolmido Traditional garden (een kilometer lange cultuurwandeling) worden we verrast door gekostumeerde trommelaars en een man die sierlijk dansend, acrobatische kunstjes uithaalt met een lang lint gebonden op zijn hoofddeksel en van alles doet met omhoog gegooide borden op een stok. In hun kielzog volgen schoolkindjes in gelijke uniformpjes en gele hoedjes. Blijkt het de dag van de viering van de binnengehaalde rijstoogst te zijn. Later zien we traditionele landbewerkers rijst zeven en de stengels her opbinden zoals in de oude tijd manueel werd gedaan. We bekijken oude landwoonsten en hun traditionele levenswijze.
Vlakbij werd Wolmido eiland, ontwikkeld als toeristische bestemming vanaf 1918, ingericht met zeewaterbaden, stranden, entertainmentcentra, botanische tuinen en allerlei attracties en faciliteiten om bezoekers aan te trekken, vooral gedurende de zomermaanden.
Een kort bezoek aan een museum in een oud bankgebouw toont voorbeelden van Incheon ’s oude architectuur en bouwstijlen. Dan trek ik Chinatown in vol restaurants met de bekende versieringen: draken, lampions, tijgers en andere tierelantijntjes. We sluiten af met een bezoek aan de Sinpo Market met weer eens zeer diverse kraampjes die voedsel, handarbeid, schoenen, kleren, fruit en groenten, consumentenproducten en een grote verscheidenheid aan van alles presenteren. Ik mag proeven van wat een ordinaire hamburger lijkt te zijn. Quod non. Wat het is, krijgen ze me niet uitgelegd, maar, mjamie, ik bestel prompt een portie. Vijf euro, allicht de toeristenprijs. Weetje: hier zou ook de fameuze Jjajangmyeon (zwarte sojabonennoedels) ontstaan zijn, Korea’s de facto nationaal gerecht. Op de terugweg besluit Park met: A fine is fine.
Vermits we ’s nachts aan wal blijven, worden we getrakteerd op een wervelende lokale folkloreshow met bijzondere instrumenten. Kleurige gewaden, fel geschminkte gezichten en allerlei reuzenwaaiers vergezellen de wervelende muziek en dans. Na de show suggereert cruise director Mos: You can now go to one of our bars or go dancing with our orchestra or in the disco, or go to the casino, you might be lucky, or to your suite where, maybe, you might also be lucky.
SEOUL
Seoul ligt in vogelvlucht slechts 27 km van Incheon maar blijkt in werkelijkheid anderhalf uur
rijden. Het miauwende slechte Engels van de gids doet me snel knikkebollen. Seoul is erg modern met veel hoogbouw en tot tien rijstroken brede straten, zelfs dwars doorheen het stadscentrum. We krijgen meteen een uurtje vrij in Indansong, een verkeersvrije straat dat een echt shoppingparadijs blijkt voor souvenirs en antiek. Hoewel ik zelf geen shopper ben, kijk ik toch mijn ogen uit op het aanbod van merkwaardige prullaria, kitsch, soms pseudoantiek en hier en daar toch wel leuke spulletjes. Honderd galerijen presenteren kunst: schilderijen, beelden, van alles.
Dan gaat het naar de Bukchon Hanok Village, een wijk, met nieuwe huizen, gebouwd in
traditionele Koreaanse stijl (Joseon dynastietijd) dus met de kenmerkende krulpuntdaken, mooie deuren, ommuurde percelen en hier en daar originele accenten. Veel van die huizen dienen nu als culturele centra, gast- en theehuizen. Het is een flinke klim zo op en af de nauwe, steile straatjes, ook niet bepaald ideaal voor bereik met de wagen. Er is veel volk op de been en, merkwaardig, heel wat, vooral Koreanen, dragen traditionele klederdrachten wat leuke foto-opportuniteiten oplevert. Toch blijft het een soort eiland van relatieve rust midden deze hectische, hypermoderne stad (ondanks die vele toeristen). Vanaf een bepaald punt hebben we uitzicht over deze gedreven metropool, die globale hub van technologie, innovatie en cultuur. De snelle aanpassingen aan de noden van inwoners en toeristen zijn bewonderenswaardig, maar het niet bijzondere stadspanorama doet me het bezoek aan deze wijk nog meer waarderen, omdat het bewaren van rijke geschiedenis en cultureel erfgoed dus toch nog waardevol blijkt.
Seoul, hoofdstad met een lange geschiedenis die meer dan 2 000 jaar teruggaat in de tijd, was oorspronkelijk gesticht in 18 v.Chr. door het Koninkrijk Baekje, een van de drie vorstendommen die toen over dit schiereiland heersten. Het werd de hoofdstad in 1394 onder de Joseon-dynastie tot 1910, toen Korea geannexeerd werd door Japan. Na de tweede wereldoorlog werd Korea bevrijd van het Japanse juk en werd Seoul opnieuw hoofdstad van de republiek Korea in 1948. De stad kende een snelle groeiontwikkeling met de constructie van nieuwe gebouwen, wegen en andere infrastructuur. In de jaren ‘60 en ‘70 volgde een ferme scheut industrialisering en modernisering wat resulteerde in significante sociale en economische veranderingen. Seoul werd al snel een van de grootste steden ter wereld. In de jaren ‘80 en’ 90 onderging het land een periode van democratisering met de installatie van een meer westers georiënteerde regering en de opkomst van een sterke burgermaatschappij die verbeteringen bracht op het gebied van mensenrechten, vrijheid van meningsuiting en politieke participatie.
We keren terug naar het centrum voor een typische lunch in een groot authentiek ingericht
restaurant. We krijgen een schotel half rundsgehakt, half kleine stukjes groenten en rijst en een soepje met tofu voorgeschoteld. Maar vooral de side dishes zijn interessant: de heerlijke, gezonde, typische, straffe Kimchi (gefermenteerde groenten, vooral kool, veel knoflook en kruiden), zeewier met sesamzaad, fish cake, sojascheuten en slablaadjes. En daarbij een grote pot lokaal bier.
Over de bekende Kimchi vertelt de gids een grappige anekdote hoe een Amerikaanse immigratieofficier hem ooit vertelde dat ze tussen de Aziaten er altijd meteen de Koreanen uithalen. “We ruiken ze!”
Opnieuw op weg. We passeren niet ver van de ooit arme, nu chique, hippe wijk Gangnam-Gu,d
de omgeving van de welgestelde, ietwat snobistische inwoners, bekend van de K-pophit Gangnam Style van zanger Spy die hun posh aandoende levensstijl al (ruiter)dansend op de korrel nam.
Het hoogtepunt van de dag is het bezoek aan het impressionante Gyeongbokgung Palace (1395). Het volledige complex telt wel 7 700 kamers. En er zijn nog vijf dergelijke paleizen in Seoul maar deze is de grootste en mooiste. Qua uitgestrektheid vele voetbalvelden groot.
We maken een majestueus megaspektakel mee van historische reconstructies van ceremonies en indrukwekkende gevecht scènes met honderden acteurs in traditionele kostuums, krijgersuitrusting met speren, schilden, zwaarden, pijl en boog, wapperende banieren en vlaggen, onder heftig tromgeroffel en andere percussie en met af en toe een luide gongslag.
We trekken verder langs tempels en heiligdommen rond enorme pleinen. En ja, overal weer die vele bezoekers in oude klederdrachten met weidse frivole jurken en stoere pakken met hoeden.
Eerst dacht ik dat er iets (folkloristisch?) te vieren valt. Maar nee hoor, blijkt dat deze kostuums voor een dag verhuurd worden om hier in dit gulzige decor van typische ornamenten en traditionele gebouwen rond te lopen. Lees, voor de vele selfies die uiteraard een overvloed aan Instagramwaardige kiekjes opleveren.
We eindigen met het folkloremuseum met displays over het dagelijkse, huiselijke- en boerenleven van vroeger en over hun culturele overtuigingen. Ik trakteer me zelf op een versgeperste persimmon juice om mijn laatste munten te besteden. Dat is gemaakt van de kaki (een soort oranje pruim, overigens de nationale vrucht van Japan). Ik steek nog één weetje op over de Aziatische dierenriem. Mijn teken blijkt de aap te zijn, wat staat voor “getalenteerd”. ’t Is maar dat u het weet.
AT SEA
Na zeven dagen lang excursies tot minstens 14:30 (half day tour) of anders 18:30, eindelijk twee rustige zeedagen, erg welkom voor recuperatie en inhaalschrijfwerk. Een dagje relax terwijl we de Gele zee bevaren, met opvallend veel vissersboten in de Zuid-Chinese Zee.
Ik volg, na voordien lezingen over Japan, ditmaal lectures over de spanningen tussen Noord- en Zuid-Korea en idem tussen Taiwan en China. Als ik mensen aan land hierover aanspreek, kan ik bevestigen: ze zijn er niet gerust op, toch niet wat China betreft.
In de namiddag is er tijd voor een cocktaildemonstratie, een gratis mini-hoofdmassage, zwembad- en jacuzzitijd, allemaal rond het pooldeck. Ik ga zitten om te schrijven en wordt beloond met een op maat gemaakte verse Margarita door barman Joker en geserveerd door “my friend!” McKenzie en smiling Karen.
De kelnerstaff bestaat vooral uit de onvermijdelijke Filippino’s’ en zwarten van zowat overal. Ik doe ook regelmatig mee aan de populaire groepsquiz waarbij ik het team “The Internationals” af en toe mee naar de overwinning mocht leiden. Heerlijk.
’s Avonds is er een show, starring C.D. Mos himself. Hij begint met een indrukwekkend nummer waarbij hij spectaculair de drums bespeelt, dan zingt hij Sultans of Swing waarbij hij de ritmische slaggitaar combineert met de perfect uitgevoerde Mike Knopfler’s solo’s tegelijk. Hij brengt ook nog Baker Street en speelt daarbij de sax partijen en vertolkt een Billy Joel op piano, en een Chuck Berry nummer inclusief Duck walk, gitaarsolo’s in de nek en nog meer. En de man is zowat even oud als ik. Respect!
KEELUNG (Taiwan)
Wat een hartverwarmende verwelkoming. Kleine, jonge meisjes die gitaar spelen en bescheiden dansjes uitvoeren. Een dame van de tourist board met een smilemondmasker en cowboyhoed die klappend en gesticulerend een grappig welkomstlied voor ons zingt. We zijn meteen in de gepaste stemming.
Vanaf de haven van Keelung is het ongeveer 40 minuten rijden naar de betoverend moderne hoofdstad Taipei. Een bezoek aan de prachtig gerenoveerde Confucius- en Pao An-tempels alleen al is de moeite waard. Deze tempels zijn vereerde symbolen van de Chinese Confucius-cultuur, traditie en religie. De vredige Bao-An-tempel won zelfs een Unesco-prijs in 2003 voor de succesvolste restauratie van bouwwerken ouder dan 50 jaar. Deze tempelzone, gelegen aan de samenvloeiing van de Tamsui en Keelung rivieren, was ooit een centrum van aanbidding. Wat deze constructies uniek maakt, is dat het hout, de stenen en de ambachtslieden eens niet van het Chinese vasteland kwamen, in tegenstelling tot andere tempels op het eiland.
De vele rituelen, gebeden, offerandes en de symbolische rollen van draken (goed) en tijgers (slecht) blijven intrigeren. Gelovigen knikken met brandende wierookstokjes voor verschillende ornamenten en altaartjes. De kleurrijke, gedetailleerde ornamenten zijn een lust voor het oog en een uitdaging voor fotografen. Het is ontroerend om te zien hoe Oosterse culturen hun eigen geloof en verering, zij het draken, olifanten, koeien, slangen, boeddha’s, goden allerhande, noem maar op, omzetten in prachtige met wierook doordrenkte tempels en heiligdommen met kunstige versieringen; tot effenaf magistrale, magische sacrale kunst. De Bao-An-tempel, glashelder gewijd aan Confucius, is een van de mooiste voorbeelden van deze toegewijde devotie die ik ooit in Azië zag. Het is een pareltje van ingetogen en toch uitbundige schoonheid.
Het is opvallend dat vliegtuigen vrij regelmatig op weg naar de luchthaven, erg laag boven het stadscentrum van Taipei vliegen, maar ze zijn wel verrassend stil. Hallo Zaventem.
Vervolgens bezoeken we de Di Hua Old Market Street, een mix van traditie en moderniteit. Hier worden we overspoeld door allerlei vreemde geuren en verbazen we ons over de diversiteit aan noten, zaden, kruiden, specerijen en gedroogde vruchten, vlees en vis, meestal al voorverpakt in plastic zakjes. Dit was ooit de belangrijkste plek voor de handel in Chinese medicijnen en exotisch voedsel tijdens de Japanse koloniale periode. Ik zag zwarte zeekomkommers in de vorm van een kruising tussen (sorry) een penis, een bloedworst en een ferme keutel. Om maar te zeggen dat er tussen de vele aantrekkelijke lekkernijen er ook dubieus voedsel ligt, althans volgens onze westerse smaak. Eieren klaargemaakt in urine. Iemand?
Ik verfris me met een Taiwans biertje (of wat dacht u) terwijl naast mij oude dametjes
reuzenglazen ijs zitten te eten met een of andere smeuïge fruitcoulis op, op een manier die lijkt alsof ze een papje smullen. De overdekte sidewalks zijn bepaald kleurrijk en het is onduidelijk hoeveel voorbereid voedsel in plastic zakjes er voorverpakt liggen of opgeschept worden vanuit grote potten. De geuren doen kwijlen, de vuurtjes ruiken verleidelijk, er zijn gefrituurde oesters, vistaartjes…, te veel om op te noemen. Taiwanezen blijken fanatieke uiteters. Streetfoodstandjes, snackbars, restaurants, whatever, de RE bloeit hier binnen de Horeca. Het schijnt zelfs dat er tegenwoordig appartementen verkocht worden, gewoonweg zonder keuken.
We eindigen met een fotostop van de pagoda-achtige gelaagde Taipei 101 toren, ooit de hoogste wolkenkrabber ter wereld, nu geklopt door de Burj Khalifa in Dubai. Het is nu vooral een financieel centrum en het produceert een onklopbare in/ out van zaken- en beroepsmensen, naar verluidt. Helaas is de wachtrij voor de supersnelle lift minstens anderhalf uur lang, maar ik heb in 2009 al een mooie glimp opgevangen van dit indrukwekkende gebouw, vanuit de lucht dan, tijdens een tussenstop met de Taiwanese Eva Airways. Eva blijkt grappig genoeg ook de naam van onze gids te zijn.
Na afloop ga ik in de terminal building profiteren van normale wifi (niet altijd evident aan boord) om van alles gesynchroniseerd te krijgen tussen mijn devices want aan boord kan je er maar één tegelijk gebruiken, vandaar. De satellietverbinding van een schip is al niet ideaal en vrij traag en hier zitten we dan nog net tussen twee satellietzones in. Havengebouwen zijn dan ook overal een lifeline voor matrozen en scheepsbemanning, die er als junkies hun shots stevig internetcontact opslurpen.
Kaohsiung (Taiwan)
Een sighstseeing excursie naar Tashu Village, leek zeker de moeite met o.m. Fo Guan Shan, het grootste Boeddhistenklooster van Taiwan, oogverblindend pronkend boven de Kaoping rivier.
Dit enorme complex koestert zich in de glorie van acht pagode torens leidend naar een majestueus Boedha hoofdaltaar. Maar ik ga dus voor een bescheiden wandeling losjesweg met de shuttle eventjes de stad in, met zijn brede lanen, ruime parken met hoge fonteinen en de overal aanwezige draken- of tijger pagodekrullen op meestal supermoderne gebouwen. Deze aanleghaven gaf meestendeels al zijn beste geheimen prijs tijdens de heerlijke, mooi-interessante binnenvaart langs verschillende prachtige zones met afwisselende indrukken en fantastische knappe moderne architectuur, vanaf het schip ideaal te bewonderen.
Hong Kong
What should I say? Hong Kong is wonderful. Hong Kong is something else. Er binnenvaren was al een van mijn grootste cruise kicks in een jonger leven. Ik wil het dus niet missen en ben om 4:50 uur al op het observatiedek. Het verglijden van pure duisternis en de lichtjes in de verte naar lichte zonsopgang (6:25) met het voorzichtig ontwaren van bruggen en meer en meer details van die langzamerhand scherper wordende backlands is een unieke belevenis waar ik van smul. Dit zijn hoogtepunten qua reizen. Naderen vanuit de zee. Binnenvaren. Meer en meer zien. Focussen. Dichterbij komen. Verlangen naar het nieuwe, naar een nieuw ontdekken.
Dit ex-Brits kolonieterritorium (tot 1 juli 1997) is een bijzondere locatie met zeer belangrijke geschiedenis als melting pot tussen Oost en West, qua cultureel en politiek-economisch denken. Het had altijd al een bijzondere aantrekkingskracht op mij. Een gebied vechtend, als financieel en economisch kapitalistisch gegroeide samenleving, tegen de heerschappij van de Chinese, dictatoriale, vrijheid beperkende, overheersing en uiteindelijk een speciale administratieve regio binnen China geworden onder het principe "één land, twee systemen”. In maart 2019 begonnen protesten tegen een wetsvoorstel dat uitlevering aan het vasteland van China mogelijk kon maken. Deze opstanden groeiden uit tot een beweging die zich richtte op bredere kwesties zoals democratische hervormingen, politiegeweld en de invloed van China op de autonomie van Hongkong. China won voorlopig het pleit, wat te denken laat. Best een zorgelijke kwestie.
Maar in de ochtendfriste is het nu genieten van het mooiste wat een cruise bieden kan: vanuit de zee langs de schiereilanden en landtongen, met arme of beter begoede woningbuurten, cruisen en verder langs omringende eilandjes langzaam het hoogtepunt naderen: Hong Kong Island. Onder The Peak, beklad met samengeduwde wolkenkrabbers, zie ik een symfonie van lichtjes alsmaar feller worden, om dan weer weg te smelten door de dranf van de dageraad met zijn uiteindelijk stevig picturaal statement: dit is Hong Kong! Straks om de hoek, gaan we aanleggen in Kowloon, vlak naast waar de typische groene ferry’s constant de oversteek maken. Dat herinner ik me nog zo goed. Hier en daar spot ik nog een oude sampan, maar duidelijk minder dan, even rekenen, 37 jaar terug.
Helaas is het genieten kort. Al heel vroeg ontschepen we, verkijken we ons op de grappige taxi’s
en de vele bruggen die al die landtongen verbinden op weg naar HKI Airport op Chep Lap Kok, dat kunstmatig stukje vliegveld in zee. Een luchthaven dat, wat mij betreft, in alles die vermenging van East meets West uitademt. Even nahijgen toch vooraleer de KLM-vlucht naar huis aanvangt.
Van Yokohama tot Hong Kong vaarden we 2 605 zeemijlen, dat staat voor 4 820,46 kilometer. Het was elke zeemijl waard.
---------------------------------------------------------------------------------------------------------
Tussen de lijnen probeerde ik ook de vraag aan te raken: “Weerstaan Zuid-Korea, Taiwan & Hong Kong nog de asem van de Chinese Draak"?
De uitdrukking "de asem van de Chinese Draak weerstaan" wordt vaak gebruikt om te verwijzen naar de druk die China uitoefent op omliggende landen en regio's, vooral op het gebied van politiek, economie en veiligheid. Zuid-Korea, Taiwan en Hong Kong hebben elk op verschillende manieren te maken met de invloed van China, maar ze hebben ook elk hun eigen unieke omstandigheden.
Zuid-Korea heeft een complexe relatie met China. Aan de ene kant zijn ze belangrijke
handelspartners, aan de andere kant zijn er politieke spanningen, vooral vanwege de aanwezigheid van Noord-Korea. Zuid-Korea heeft geprobeerd een balans te vinden tussen zijn economische belangen en zijn bondgenootschap met de Verenigde Staten, waardoor het soms moeilijk is om de invloed van China volledig te weerstaan.
Taiwan staat al lang onder druk van China, dat
het beschouwt als een afvallige provincie. China probeert Taiwan op verschillende manieren te isoleren: diplomatiek, economisch en politiek. Ondanks deze druk heeft Taiwan zijn soevereiniteit gehandhaafd en heeft het zijn economie en democratische instellingen versterkt.
Sinds de overdracht van Hong Kong aan China in 1997 heeft de stad te maken met een toenemende invloed van het vasteland. De protesten van 2019 en de daaropvolgende invoering van de Nationale Veiligheidswet hebben de bezorgdheid over de autonomie van Hong Kong vergroot. Hoewel Hong Kong historisch gezien een belangrijk financieel centrum was, heeft de recente politieke ontwikkeling twijfels opgeroepen over de mate waarin het de invloed van China kan weerstaan.
Ik luisterde en sprak met professors en lokale inboorlingen, maar wat er komen kan, blijft angstig koffiedik kijken. De commentaren waren: complicated, delicate, tensive, stressful. In Taiwan ontroerde een meisje me, dat in haar verzuchting de belangrijkste samenvatting maakte: China of vrijheid? ... Een ding zeker niet: aub geen oorlog.
Комментарии