top of page

Verre Oostencruise. Deel 1: Japan. Een dagje Tokyo.

Bijgewerkt op: 30 jan.

Kon’nichiwa! Aangekomen en om 10:30 geland op Haneda airport, staan we na een vlotte

immigratie, visumprocedure en transfer al snel in ons hartje Tokyo hotel, Intercontinental The Strings, op de 32ste verdieping. Vanaf hier hebben we een prachtig uitzicht op een nog onbesneeuwde Mount Fuji in de verte. Door het tijdsverschil, verkiest mijn eega te rusten, terwijl ik op avontuur vertrek lost in translation. Een taxi is geen optie want kost 40€ per rit en is trager dan de trein/ metro die slechts 1€ kost. Vanuit ons hotel sluit een gang naadloos aan op een netwerk van wandelbruggen die o.m. leiden naar het belangrijke Shinagawa station. Eens daar wacht me een overweldigende ervaring.

Gulzige stationsgangen, winkelcentra, eetkraampjes en diverse winkels vormen een duizelingwekkende wirwar van verschillende perrons, bestemmingen, soorten lijnen en treinen, en een overvloed aan aanwijzingen en richtingen waar geen touw aan vast te knopen is. Bovendien zijn alle borden in Japanse tekens, met sporadisch wat Engels. Alleen automaten en poortjes overal. Maar al dat volk, die menigte! Mensen aanspreken is een beproeving. Het is ongelofelijk hoe weinig, slecht tot onverstaanbaar Engels gesproken wordt in deze wereldstad. Ik weet mijn bestemming, Tokyo Station, probeer aan een automaat een ticket te bemachtigen, zoek uit welke lijn, welk perron, welke richting, hoe laat, en laat me door de wervelwind van flink doorstappende mannen en vrouwen, meestal gekleed in zwarte broeken of pakken met witte overhemden, meevoeren tot aan het juiste perron. Daar openen zich al snel de poortjes van de inhalige metrostellen, en hopla, ik bemachtig een plekje.

Nog meer dan elders lijkt iedereen hier op zijn smartphone te tokkelen, meestal ook met oortjes in en velen met een mondmasker. Kortom, iedereen creëert zijn eigen isolatiecel. Er wordt nergens gesproken. Tokyo Station is qua grootte en drukte nog overweldigender dan een internationaal vliegveld. De uitgang vinden? Welke uitgang? Maar eenmaal buiten is mijn bestemming, de Mitshubishi Building en het startpunt van een hop on hop off lijn, vlakbij. Met slechts één dag hier (morgenmiddag schepen we al in) lijkt dit de beste manier om toch wat sightseeing te kunnen doen.


De Japanners zijn zeer strikt, dwingen je in een rij, scannen je QR-code, maar eenmaal binnen,

valt het tegen. Een maand geleden in New York, hadden we onbelemmerd uitzicht boven schouderhoogte. Hier zijn de glazen zijwanden zo hoog dat je nooit een goede foto kan nemen. Ook rechtstaan kan niet, want de gordel is er verplicht en voelt als een dwangbuis. Uiteindelijk valt de stad me tegen qua indruk vanaf de bus. Door gebrek aan tijd kan ik niet uitstappen en wandelen naar bezienswaardigheden zoals tempels, schrijnen en parken. Dus wordt het een anderhalf uur durende rit langs avenues en boulevards waar weinig echt spectaculairs of moois te zien valt. Een gewone grootstad gedomineerd door vele, vervreemdende Japanse tekens. Leuk vind ik wel de zwart Toyota hybride taxi's met een moderne look gebaseerd op de oude Londense cabs. Ook de sommige car parkings waar auto's verticaal met een lift gestockeerd worden en om er dan uit te rijden op een draaicirkel plaatsnemen. Op het eind arriveren we in de bekende zone Shinjuku, vol stromende massa's mensen en flikkerende lichtreclames, het equivalent van Times Square. En dan begint het te regenen. Maar het is wel 23°. Vanaf 17:00 uur wordt het hier al donker, maar doordat ik nu binnen zit, kan het feest om de magie ervan te filmen, niet doorgaan.


Via de mooie Marunouchi South Exit, een voormalig hoofdpostgebouw uit 1923, stap ik terug

Tokyo Station binnen waar een nieuw avontuur wacht van ‘waar moet ik naartoe’, maar dit keer tijdens het spitsuur vol krioelende forenzen in zwart en wit. Deze uitbundige choreografie reflecteert wonderwel de bekende Japanse arbeidsethiek. Een onwerkelijke belevenis op zich. Tokyo is niet voor niks de stad met de meeste metrobezoekers van de wereld. Miljoenen! Per dag! En tegelijk de veiligste metropool ter wereld. What about that?

Ik laat me meesleuren door de stroom, pik Nella op, we eten ergens een kleinigheid en duiken dan onze imperial bed in. Zelfs te groot zijn voor een partouze met vier. Maar dat staat niet op de agenda. Het wordt eerder een instant ‘De Schone Slaapster’ en haar zonder van doornen dromende Choco Prins. Morgen gaan we cruisen, maar dat is voor een volgende blog.



24 weergaven0 opmerkingen
bottom of page