top of page

Calabrië (31/08-7/09/2021)

Bijgewerkt op: 4 dagen geleden

De vlucht naar Lamezia (Calabria) maakt een korte stop via Brindisi (Puglia). Dat maakt dat ik 25 minuten vanuit het venster mee kan vliegen over én de Adriatische, én de Ionische én de Tyrreense Zee. Dat doet de ‘traveller’ in mij deugd. We scheren van de hak van de hiel naar de punt van de laars over 3 Italiaanse zeeën dus.


In de luchthaven van Lamezia besef ik dat ik mijn iPhone niet meer heb. Maar na de eerste paniek, realiseer ik me dat ik die in de wagen in Brussels airport moet hebben laten liggen....

Het is al avond en met de huurauto rijden we naar Agriturismo Le Carolee, helemaal verloren net buiten Pianopoli. Ondanks het late uur kunnen ze ons nog wat eten brengen. Er zijn zowat 3 à 4 koppels die in hun fantastische tuin op een natuurlijk platform kunnen genieten van een uitzicht over wijngaarden en groen tot aan de zee met zelfs in de verte het vulkaaneiland Stromboli (foto rechts, midden lichtgrijs op de horizon).

ree

Het is idyllisch lichtzwoel en we maken kennis met een tof Belgisch koppel, Stef & Veerle, die ons meteen liggen en dat zou snel wederzijds blijken.Na het ontbijt buiten (héérlijk die setting) gaan we Pianopoli bezoeken, er is werkelijk niks te zien en we eten iets simpel in een bar. Meteen mijn eerste kennismaking met Nduja, de pikante Calabrese worstspecialiteit. Onweerstaanbaar. Leve de peperoncini.


We genieten van de rust, de zon, het zicht, het zwembad en bezoeken ook kort de stad Lamezia Terme met zijn Normandisch kasteel en drukke hoofdstraat vol monumenten en terrasjes. In Le Carolee worden we echt verwend door onze gastvrouw Giovanna die de term gastvrouw letterlijk ter harte neemt en ook een uitstekende bron van informatie blijkt. We leren ook de eigenaar kennen en steken veel weetjes op over de streek.


Dan gaat het naar het Oosten, onder Catanzaro door naar de Ionische kust waar we lang naast blijven rijden. Eindbestemming: Agroturismo Villa Vittoria (Guardavalle) . We krijgen er een klein huisje met tweeling kamers. Deze dagen hebben we af en toe pech met het weer (regen). De ontvangst en kwaliteit van het eten is ook niet als de dagen voordien. Maar we klagen niet en profiteren van de lekkere lokale Amaro del Capo voor slechts 1 euro per shot.

En wie hebben we daar? Stef en Veerle! Nu kan het niet meer stuk en we zullen de rest van de vakantie veel aangename (vooral) gezamenlijke eetmomenten beleven.


We bezoeken het alleraardigste, met een kleine auto zelfs haast niet te berijden centrum van Stilo, vol pittoreske nauwe straatjes. Dé attractie hier is een stevige wandeling bergop naar het mystieke, kleine vertederende byzantijnse minikerkje La Cattolica, hoog tegen de heuvelflank, uittorent boven Stilo dorp.

ree

Maar wij doen het met de auto. Een ingang fee moet geregeld worden via een Q-R code, maar dat werkt voor geen meter. Het kerkje is minuscuul: 4 zuiltjes, frescoresten en verre uitzichten, maar werkelijk wonderlijk. Tijdens de terugrit vinden we een zeldzaam baanrestaurant met een rijke kaart en quality-for-money. Bewezen door de uitbundig lunchende lokalen want toeristen heb je hier bijna niet. Het zomerseizoen is ook net voorbij en aan de kust hier ging alles meteen potdicht.


De volgende dag doen we dezelfde toer maar richting Bivongi en de weer eens op een totaal verre plek gelegen monastero degli Apostoli (ruïne) en Monastero di San Giovanni Theristis (Grieks-orthodox, 11de eeuw). Maar wat ons het meest raakt, is dat in deze hele apocalyptische omgeving waarvan enkele maanden terug de bosbranden overal in het nieuws waren - je ruikt het nog volop - de brand hier net voor dit kerkje stopte. Dan gaat het via Pazzano helemaal naar het hoogste punt in godverlaten gebied vol pijnbomen naar Santuario Madonna delle Stelle. Een spelonk waarin afgedaald moet worden om er Maria te aanbidden. Heel bijzonder. Wat ons doet afvragen hoe mensen in de oude tijd überhaupt tot hier geraakten. Dat geldt blijkbaar voor alle oude religieuze bezienswaardigheden hier...

ree

Na onze 3 dagen hier terug naar de (andere) kust. We trekken via kronkelende, ruige wegen doorheen de lange bergketen Le Serre naar Trophea, de parel van de regio aan de Tyrreense zee. Halverwege het traject is er het aangename San Bruno Serre met het kartuizerklooster La Certosa (12de eeuw), maar we mogen het niet bezoeken. We doen er wel het museum van en rijden door, tot na uren enkel bergen, het afdalen wordt naar het heerlijke Trophea-aan-zee waar we in de kleine B&B Don Giovanna letterlijk midden de aangename en best sympathieke, toeristische drukte belanden. Als we het hotelletje buitenstappen, vinden we aan de overkant wel 5 eetgelegenheden. Het is er gezellig winkelen, snuisteren, rondkijken en genieten van de bijzondere setting. Trophea centrum bovenop hoge rotsen en dan steil beneden het strand, de lido's en het uitzicht dominerende schiereilandje Isola Bella met het kerkje Santa Maria dell' Isola erop. Ja, Maria is hier overal: in spelonken tot de zee dominerend....

ree

Bij ons bezoek eraan en de rest van het dorp is het puffen en afzien qua klim- en daalwerk, maar het bezoek van deze plek is zo fotogeniek en weergaloos mooi, dat we het ons niet beklagen. Ook het rondlopen in de oude binnenstad biedt heel wat wandel- en kijkplezier, afgewisseld met een drankje op een van de vele terrassen. De eerste avond hebben we een diner tegoed in een restaurant dat zijn tafeltjes in de omringende straatjes aan beide kanten heeft uitgezet, net plaats genoeg om een wandelaar of kelner te laten passeren. Ik eet er een ongelooflijk bord inktvisravioli met burrata en afgewerkt met lokale pistachenoten. Het is er zo lekker dat we met Stef en Veerle, die hier ook weer toekwamen, terugkeren om een grote, in zoutkorst bereide dorade (1,3 kg) te eten. En de heerlijke Ciró wijnen die ik recent leerde kennen worden wat graag geproefd.

ree

Helaas voel ik me steeds meer moe worden en veel fysieke activiteit zit er niet meer in voor mij. Ik heb ook weinig honger. Blijkbaar slaan de post-chemo bijeffecten nu pas toe. Al zal het enkele weken gewoon bij vermoeider zijn blijven en een occasioneel klopje van de hamer. En dus missen we daardoor Capo Vaticano, met een machtige Belvedère en een bezoek aan het typische ook heerlijke badplaatsje Pizzo. Net als een dagje eilandbezoek per boot naar de vulkanische Eolische eilanden Vulcano, Lipari en natuurlijk de Stromboli. Tijd te kort. Daarom sluit ik af met een foto ervan, genomen aan het einde van onze straat (zie foto hierboven met Stef en Veerle).

ree

Calabrië is Toscane niet en toch heeft het ons aangenaam verrast. Minder pure bezienswaardigheden, maar een eigen karakter die, volgens mij, een intense tristesse met zich meedraagt, nl. de massale emigratie en vlucht voor de armoede, de verstilling en veroudering - jeugd blijft hier massaal wegtrekken - en waardoor het dus op termijn ook een soort sterfhuis aan het worden is.

Opmerkingen


bottom of page