top of page

Sri Lanka. Onderweg in een land onderweg (september 2024).

Bijgewerkt op: 23 okt 2024

De cursieve delen bevatten achtergrondinformatie, weetjes en duiding over Sri Lanka en wat we te zien en ervaren kregen. Wie wil, kan dit overslaan, maar mist dan wel een portie 'DNA'…


Dag 1 en 2:Ā vertrek in de namiddag en de volgende ochtend aankomst met 3,5 uur tijdverschil, wat nog meevalt.


ā€œAyubowan!ā€Ā Onze gids Bandu(la) Pererra begroet ons, handpalmen voor de borst en lichte buiging. Het betekent ā€œmoge u lang levenā€ en is goed voor elk moment van de dag. Hij vangt ons op in Bandaranaike International AirportĀ en we krijgen meteen de instructie lokaal geld (1€ = ong. 333 roepies) te verwerven. Foreign currency cashĀ gebruiken is in Sri Lanka verboden, zegt hij. We krijgen meteen een bloemenkrans omgehangen en na die na-middernachtelijke vluchtwissel in Dubai met Emirates, arriveren we hier ā€˜s ochtends vroeg. Dus voor de hotelkamers vrij zijn. Dan maar meteen NEGOMBO verkennen, een oord van toerisme en vooral visserij.


Hier wordt links gereden. We passeren zoutwaterlagunes en door Hollanders aangelegde kanalen die gevangen zeevis dieper het land inbrengen. Ik herken de klassieke Aziatische ā€˜lintbebouwing’ van krakkemikkige stalletjes met sapjes, hapjes, wat groente en van alles. De vele brommers mĆ©t en zonder helm, de rommelige, ouwe lokale bussen (rode zijn van de overheid; de schreeuwerig gekleurde van privĆ©maatschappijen) de tuktuk ’s, een en al drukte. We rijden langs stoepa’s, pagodes, een baksteenfabriek en Madonna’s die in een soort overdekte vitrine centraal op kruispunten staan.


Het is merkwaardig dat er in dit stadje 80% christenen zijn en er wel 120 kerkjes te vinden zijn. Maar hier en daar ook Hindoe- en Boeddhistische tempels en zelfs moskeeƫn. Iedereen leeft probleemloos in verdraagzaamheid samen, ook de Tamils nu. Men koestert bijna overal de multiculturele samenleving mƩt respect tussen de godsdiensten. Daar kunnen wij nog iets van leren in ons kikkerlandje.


Op het strand bij een heftige, gevaarlijke zee - verboden te zwemmen - bevindt zich een enorme openlucht vismarkt. Wat verder liggen er op grote plastieken zeilen op het strand tienduizenden vissen openlijk te drogen. De viskraampjes (nauwelijks een zeil) voelen vies aan voor onze Westerse normen en de visstank is bijna niet te harden. Daarbij wemelt het van de vogels, vooral kraaien en een soort kleine witte reigers tussen die vissen. Niet bepaald aantrekkelijk. Bij sommige ministandjes (een vrouw, een plank, twintig vissen) met soms maar ƩƩn soort, liggen ze in de zon a.h.w. ā€˜te rijpen’ want het minimale ijs smelt snel weg. Toch spreken deze primitieve taferelen en de erg gevarieerde selectie vissoorten me wel aan vanwege hun authentiek karakter.


De vochtigheid en de hitte zetten ons uitbundig aan het zweten. Daar bovenop ligt de vuile, modderige grond vol afval. Toch draagt iedereen hier de goedkope, plastieken ā€˜teensletsen’. Het legt misschien uit waarom voetenreiniging zo belangrijk is bij deze godsdiensten en ook het schoenen uit tijdens tempelbezoek. Bij Boeddhisten is elke volle maan Poya day, een feestdag vol alcohol loze evenementen waarop ze bloemen en melkrijst offeren in hun tempels.

Na het sprookjesachtige Hindoe-universum, vind ik het Boeddhisme een van de kleurrijkste godsdiensten ter wereld. Boeddhisten vinden hun geloof zelf geen religie maar een filosofie. Boeddha was een leraar, hij kan je niet helpen, het is gewoon een levenswijze. Hindoes daarentegen kennen wel 30 000 soorten goden en godinnen die ze aanbidden: Brahma, Vishnoe en Shiva.… Volgens onze gids (zelf boeddhist) brengt boeddhisme minder criminaliteit mee. Toch waarschuwt hij ons constant voor bedrog en afzetterij. Tja. En bij de islam verwijst hij naar een godsdienst ā€˜bestaande uit regeltjes’. Er zijn zeventien ā€˜traditionele’ boeddhistische landen. Ik kon ze perfect opsommen: IndonesiĆ«, Sri Lanka, IndiĆ«, Bhutan, Afghanistan, Pakistan, Myanmar, Thailand, Laos, Vietnam, Cambodja, Japan, China, MaleisiĆ«, Korea, Nepal, Bangladesh.


Langs de kustlijn zie ik vele pittoreske boten en overal lopen, op elkaar lijkende, straathonden rond. Zowat vier miljoen wilde honden, die eigenlijk alleen maar slapen overdag, maar helaas ā€˜s nachts non-stop blaffen.


Het mooie hotel is een zeer uitgestrekt domein met overal in het park aparte villatjes met ruime kamers en airco, godzijdank. Het ligt tussen goed onderhouden tuinen met twee zoetwater lagunes en wat mangroves, een groot restaurant en een enorm zwembad. Hoewel het aan zee ligt, verbiedt de gids ons naar het strand te gaan en al helemaal niet ā€˜s nachts, want overal leeft een ruw vissersvolk, zegt hij. ā€œHari!ā€. Dat betekent okĆ©.


Qua waarschuwingen leren we nog de klassiekers: enkel fleswater of sapjes zoals king coconut juice, en dan nog enkel in het hotel of de uitverkoren restaurants.

Bij tempelbezoek: schoenen uit, schouders bedekt en broeken tot zeker onder de knie. Ik heb mijn ouwe daarvoor bestemde lichte sarong, dus zit ik safe. Hoewel sarongs hier wel drie meter stof bevatten, bijeengehouden door een bobbelsteek.

Het fooienprobleem wordt opgelost, nodig voor bell boys, portiers, toiletbezoek bij occasionele nood onderweg, kelners, enz.… door 10€ p.p. bij te dragen voor de hele tripweek. Onze gids regelt dan alles, al hebben we er soms vraagtekens bij. Ook voor kleine biljetten die constant nodig zijn, kunnen we bij hem terecht want wisselkantoren verschaffen enkel grote briefjes. Teruggeven daarop wordt dan problematisch. Qua drank blijkt het lokale Lion Beer (3,75€ voor 625 ml.) best okĆ© en papaja, watermeloen en ananassap natuurlijk. Voor mango’s is het helaas het seizoen niet meer.


Al valt de Arak alcohol (smaakt naar een goedkope brandy met een grappatoets) o.b.v. palmwijn te

proberen in een cocktail. Pure palmwijn zelf niet, want die wordt gehaald uit de kokosbloem, het hele jaar door plukbaar, maar daar kruipen volop insecten in natuurlijk en de regels qua properheid zijn reuze belangrijk. De vele kokosplantages zijn merkwaardig: ƩƩn boom heeft gekapte steuntjes en daar bovenop wordt met touwen een apenbrug gemaakt die alle bomen met elkaar verbindt. Wie een grote kokosplantage heeft, garandeert zich een vast leef inkomen. Verder zijn ook er ook cashewnotenplantages. Daarvan is Sri Lanka de op drie na grootste producent in de wereld na Vietnam, Indiƫ en Nigeria.


In het hotel zwem ik, alleen, in het enorme zwembad in vrij warm water en lunch nadien met een pikante Brindol MojuĀ (pittige aubergine pickles) en een smeuĆÆge DahlĀ met een rode bieten chutney en naat, een soort naan. Het diner in buffetvorm bevat diverse, soms pikante curry’s en andere gerechten. Dit zal de hele reis overal zo blijven. Er groeit een aangenaam contact met diverse medereizigers. Ik bewonder vooral de kranige karakterkop Luk Darras, ere-ambassadeur (vele exotische bestemmingen!) 84 jaar oud en zijn eega, de Zweedse Barbara, waarmee het steeds prettig praten is over cultuur en internationale toestanden.


Dag 3

We vertrekken naar BANDULLA, een landbouwgemeenschap. Het regent lichtjes want het is

het moesson seizoen. Typisch is, dat het soms regent terwijl tegelijk volop de zon schijnt… De lange rit leidt langs vlaktes met na de oogst, afgebrande rijstvelden en boomhutten van waaruit ’s nachts wilde dieren weggehouden worden van geteelde gewassen.


Enkele merkwaardigheden. Er rijden bijna geen nieuwe auto’s. Dat kwam na corona door een gebrek aan buitenlands geld. In de Boeddhistische scholen dragen ze allen witte uniformen, ook in de tempel om te benadrukken dat iedereen gelijk is. En wit omdat dit de zon het minst absorbeert. Die zon, onze dagelijkse portie vitamine D. Op het platteland zijn scholen gemengd, in de steden niet. Bussen mogen max. 60 km/u rijden. Toiletten hebben geen papier, maar een waterdarmpje en zijn meestal vrij onaantrekkelijk tenzij in een toeristenhotel of – restaurant. Hospitaal- en gezondheidszorg zijn in dit land, verrassend, gratis.

Vandaag gaan we naar de Gouden Rotstempel, een klooster (derde eeuw) met zijn wereldberoemde vijf grotten (Unesco). Schatkamers vol wonderlijke kunstwerken en vooral 150 Boeddha’s in alle formaten. Onze gids minimaliseert telkens de inspanning, terwijl het aantal te beklimmen trappen minstens het vijfvoudige is dan dat vooropgesteld. Kortom, puffen en zweten. Maar de beloning is er wel. De grotten onder een enorme indrukwekkende rots zijn inderdaad heel bijzonder gedecoreerd met naast de rijen beelden van Boeddha’s prachtige, kleurrijke muurschilderingen (achttiende eeuw). Nadien bezoeken we nog een reuzen gouden Boedha met ernaast afbeeldingen van aanschuivende monniken. En overal krioelt het van de aapjes, duidelijk niet bang van de mens.


Van hier gaat het naar ons hotel in SIRAYA, een leuk gehucht midden de jungle, waar we uitdrukkelijk aangespoord worden om de kamerdeur goed te sluiten, want voor je het weet, komen de makaken aapjes genadeloos een puinhoop van je kamer maken en o, wee als je, zelfs goed verstopte koeken, chocolade of om het even welk voedsel achterlaat. Ook waarschuwt onze gids voor overstekende, wilde olifanten. Al kan je hier wel toeristentoertjes doen op de rug van zo’n tam slurfdier. We verblijven hier twee nachten.


Dag 4

Vandaag een hoogtepunt van de reis: het beklimmen van de machtige, unieke LION ROCK.

Ik proefde al het lokale Lion bier waarop de tekst ā€œIt’s not the mountain that we conquer, but ourselves. Lion is the perfect companion for wherever your adventures take you. Because every journey has its rewardā€. Dit indachtig bereid ik me voor op een beklimming van 1 200 ongelijke, hoge, rotsachtige, gevaarlijke ā€˜treden’. Dat is zowat 3,5 keer de Brugse Hallentoren op. Oei.


De LEEUWENROTS (Unesco), een soort achtste wereldwonder, situeert zich in Sigiraya in het hart van het land. Het was de vestiging van koning Kasayapa, een vadermoordenaar (vijfde eeuw). Via de watertuinen en allerlei ruĆÆneresten in de omgeving, stijgen we alsmaar hoger- en dichterbij. Halverwege kan je via twee reusachtige leeuwenpoten rust houden bij een prachtig uitzicht en dan weer afdalen. Wie echter doorzet, beloont zich met supermooie muurschilderijen van de betoverende ā€œwolkenmeisjesā€ in de grotten onder het tuinpaleis. En op de top vind je de resten van de citadel met nog wat overblijvende tuinen. Helaas liet mijn huidige conditie dit niet toe, maar er wordt aan gewerkt (hum).


In elke geval is het een pittige onderneming, vol grillig geklauter, maar het beloont constant met onverwachte patronen en zichten vanaf deze limestone rock (kalksteen) zoals de Cobrarots waaronder een fluitist een cobra uit zijn mand laat dansen. De Leeuwenrots is terecht dé blikvanger van en zowat hét symbool van Sri Lanka. En net zoals gisteren zitten er overal aapjes en de onvermijdelijke honden, maar ook wespennesten en termietenheuvels.


Dan gaat het naar POLLORANUWA, ooit hoofdstad van het eiland (11-13de eeuw).Ā 

We bewonderen de vele tanks (enorme waterreservoirs) door mensenhand aangelegd en een garantie op fris water en irrigatie mogelijkheden. De vele ruĆÆnes van deze oude stad met binnen- en buitenmuren zit vol resten van paleizen, tuinen, monnikenkloosters en tempels, het koninklijk zwembad, een lotus pond, noem maar op. Het ene al indrukwekkender dan het andere. Tot slot bezoeken we de Gai Viharya, een boeddhistische tempel uitgehakt in de rots, met nog maar eens een zittende, staande en liggende Boedha. Vermeldenswaardig ook de Sea of Paramraa, het grootste waterreservoir ooit door de mens aangelegd. Er volgt een nodeloos bezoek aan een wood carving, duidelijk enkel megastore. Iemand een schouderhoge houten olifant nodig?


Dag 5

Vandaag rijden we naar KANDY, in het hart van het eiland, ooit hoofdstad van het laatste koninkrijk. Onderweg in MATALE bezoeken we een educatief ingerichte spice garden. Een goed Engelssprekende gids geeft boeiende, verhelderende uitleg over de diverse bekende en minder bekende kruiden en hun geneeskundige krachten. We zien o.m. rode, groene witte en zwarte peper in trosjes hangen, muskaatnoot, sandelhout, aloƫ vera, enz.

Een man kruipt in een kokosboom en dan via een apenbrug over en weer. Een vrouw bakt in olie een soort chips wafeltje van rijstpoeder, kurkuma en kokosmelk. Lekker. En tot slot zien we hoe door het raspen van de takken van de kaneelboom poeder wordt gemaakt en van de takken de gekende in elkaar gestoken kaneelstokjes. En tot slot krijgt iedereen een kruidentheetje en een gratis tien minuten nek- en rug massage door een klein legertje masseurs Ć©n een blad met nummertjes bij allerlei producten o.b.v. kruidenmengsels die elk diverse klachten en pijntjes moeten verlichten. Maar o, ontgoocheling. De producten worden commercieel aan de man gebracht maar blijken megaduur. Kortom, dit is geen gewone kruidentuin maar een professionele, infotainende sales tourist trap. Maar wel veel bijgeleerd, dat wel. ā€Tutti!ā€ Dat betekent dank u.

Volgt nog het openen van een kokosnoot met een machete en het proeven. De kokosnoot is volgens mij wellicht de meest veelzijdige plant/ boom ter wereld. Van de bast maakt men touw, van de pel compost en waterhoudende schilfers voor in de tuin. Verder houtskoolbriketten, de stam als hout bij het koken, de olie, het poeder, het sap als drank, het witte vlees als vrucht of om kokosmelk mee te maken en tenslotte de palmblaren als dakbedekking.


Even over exotische vruchten. Van de mango zijn er 33 soorten. In het seizoen kost het, voor 10 Ć  15 mango’s, slechts ƩƩn euro. Jackfruit is een perfecte vleesvervanger en de vreselijke doerian, overal verboden binnen te brengen vanwege de afgrijselijke stank, blijkt familie van de mango te zijn.

Hoewel er tabak geteeld wordt, met Kamal als centrum ervan, zijn er slechts drie procent rokers. Daar tegenover staat het kauwen van betelnoot, wat een beetje helpt tegen vermoeidheid en honger, maar vreselijk ongezonde bijwerkingen kan hebben. Niet in het minst half geruĆÆneerde lelijke, rode tanden. Ik herinner me Madang (Papua New Guinea). De verslaafden lagen suf onder zo’n betelboom en overal zag je afschuwelijk rode vlekken op de grond van het spuwen. Ik probeerde ooit zo’n noot te kauwen. Nooit meer. De bitterheid was niet te harden. Nochtans hou ik van bitter, maar dan met een schuimkraagje op.


Terug onderweg zien we hier en daar de bevolking aanschuiven aan de stemlokalen. De nieuwe PRESIDENTSVERKIEZINGEN leven erg hard bij de bevolking die hopen dat de jonge Anura DissanayakeĀ een totaaloverwinning behaalt zodat de vier Ć  vijf families die al meer dan veertig jaar onder elkaar de corrupte macht verdelen, afgestraft worden. Een voorbeeld: coronavaccins, gekocht in China voor twee euro, werden verkocht aan zes euro. Zeker de jongeren supporteren voor de kandidaat-uitdager. Al lees ik dat de grote buitenlandse media hem als een marxist bestempelen. Election dayĀ telt 34 kandidaten voor het presidentschap. Er waren 250 MP’s waarvan 50 minister, bijna allen ouder dan zestig jaar. Vergelijk met het oneindig grotere IndiĆ«: 28 ministers.

Vandaag is overal alcohol verboden. Zelfs toeristen kunnen nergens aan pakweg bier geraken, tot ontzetting van enkele Vlamingen en deze Pipo.


We checken in het statige koloniale Queens hotel in. Vroeger was het een Brits governor’s house, waar vele beroemde mensen verbleven, waaronder Helmut Kohl en uiteraard koningin Elisabeth 2. De kamers, gangen, en alle ruimtes stralen nog de grandeur van ā€œthe old worldā€. Zeker de antieke lift met dubbele stalen kooischuifdeur. We krijgen een kamer vlak bij de Victoria Suite (zie foto: centraal 2de verdieping). Een heerlijk antiek hotel dus, dat wel qua comfort wat te wensen overlaat. Al slaag ik er via de truc van de roomservice in om aan een biertje te geraken. Wat ben ik toch heerlijk onverbeterlijk.


We bezoeken de vermaarde ā€œTempel van de Tandā€ (Unesco) het belangrijkste heiligdom van het land omdat volgens de legende hier de tand van Boeddha bewaard wordt. Ik bezocht die al in 1986 tijdens een excursie vanuit Colombo (wereldcruise). Toen mocht ik hier niet filmen maar nu mag het wel. Alleen blote voeten en een sarong of bedekte benen blijven verplicht. Het staat er vol kleurrijke, boeddhistische en hindoe schatten, beelden, schrijnen, altaren en symbolen. Er heerst een bonte drukte, niet alleen toeristen, maar ook inboorlingen die bidden en massaal bloemen schenken, een oogstrelend gebeuren dat mystiek en aandoenlijk aanvoelt.


Na afloop van dit fascinerende en fotografisch inspirerende bezoek gaan we via een bonte bazaar met kraampjes vol hand- en kunstwerken en toeristische prullaria naar een groot theater. Er wordt een show opgevoerd met dansers/acrobaten/jongleurs, danseressen in diverse klederdrachten en gekke figuren die traditionele Kandy-dansen uitvoeren op tromgeroffel van drummers en occasioneel een soort fluit. Dan volgt een vuurspektakel

met vuureters en -spuwers die over gloeiende kolen lopen of de vlammen langs hun armen laten strijken. Met een afsluitende rondrit rond het charmante centrale meer en parken sluiten we de uitstap af.


Dag 6

Curfew in Sri Lanka! Iedereen moet thuisblijven. Totale lockdown. Want de jonge vernieuwer leidt in de peilingen om het presidentschap met 53%. Spannend. Enkele oude machthebbers blijken het land al ontvlucht,

want de president wordt ook de opperrechter. Hun geld zit toch al in het buitenland. Ook de eerste minister en president blijken al afgetreden.… Kortom een maatregel om tĆ© ongecontroleerd voortijdig feesten of contrabewegingen tegen te gaan. Zelfs onze bus moet een speciaal doorgangsbewijs verwerven. Wij worden aangeraden, indien aangesproken door de politie, enkel Nederlands te spreken en bij de vraag ā€œNaar waarā€? ā€œAirportā€ te stamelen. Er heerst een nerveuze sfeer. Kandy, tweede grootste stad van Sri Lanka, lijkt uitgestorven. Enkel politie. Alles dicht. Iedereen zit voor de TV.


We verlaten het Queens hotel, dat vlak naast de Temple of the ToothĀ en tegenover het centrale meer ligt. Omdat het personeel van een edelstenen- en zijdenkleren stores inwonen in hun complex kunnen we kort deze zaken bezoeken. We rijden het hooggebergte in met zijn ontelbare theeplantages. Helaas zien we dus niet de typische pluksters in hun sari’s aan het werk.

Een theeplukker verdient slechts 15 000 roepies per maand (45€), een kelner pakweg 20 000 per maand (58€). Pensioen bestaat alleen voor ambtenaren, zeker niet voor kleine zelfstandigen zoals een tuktuk man die zijn hele leven dit werk doet. Wat me opvalt: de mensen hier lijken nogal mager te zijn of anderzijds eerder gezet.

Benieuwd hoe de dag zal verlopen want we moeten een panoramische bergtreinrit halen, een van de mooiste treinritten ter wereld. Het verkeer kan alvast geen belemmering zijn.

We kunnen dan toch een theeproductiebedrijf bezoeken: niet Rotschildt maar Bluefield (sinds 1840). De apparaten zien er stokoud uit, maar functioneren nog. We leren bij over de soorten Ceylonthee: laag groeiende groene, hoog groeiende zwarte en de geschiedenisrelatie met het Verenigd Koninkrijk en zijn breakfast tea. Sri Lanka blijkt slechts de op drie na grootste producent te zijn, na China, India en Senegal. Voor ƩƩn kilo thee heb je twintig kilo blaren nodig. Dat is wat een theeplukker per dag maximaal kan binnenhalen.Ā Ten slotte mogen we een theetje proeven en … kopen.

Probleem! Alle restaurants zijn gesloten, ook het voor ons voorziene, omdat het personeel uiteraard niet op het werk kan geraken. Toch blijkt er een massarestaurant beschikbaar, waar alle toeristen uit de wijde omgeving alsnog terecht kunnen. Weliswaar nog steeds niet voor alcohol.


We genieten van de wondermooie uitzichten op groene valleien, wouden, theeplantages, watervallen, meren, bergtoppen, eucalyptus, acacia- en eigenaardige Turkse rode tulpenbomen. Maar dan komt het nieuws: gƩƩn treinrit. Overmacht. Maar we komen te weten dat een groep Nederlanders die wel kon maken. Langzaam groeit er wat frustratie en onvrede in de groep.


Over hun economie en de lokale levenskwaliteit.

Het land heeft slechts vier autostrades,

zoals veel andere investeringen steevast met geld verstrekt door China. Volgens gids Bandu heeft iedereen in het land een eigen huis (of wat er moet voor doorgaan). Er is geen kastensysteem en er blijkt geen hongersnood te zijn. Met wat Sri Lanka (20 miljoen inwoners) produceert aan voedsel en basisgegevens zijn ze zelf bedruipend volgens onze gids. Toch wel anders dan het vlakbije IndiĆ« met zijn kastensamenleving en 50% honger en kinderarbeid. Maar dus wel corruptie. Een agent die je beboet voor een overtreding biedt 50% discount bij directe cash betaling… Dit eiland heeft wel een beetje rijken, wat middenklasse en de armen zijn meestal farmers. De Sinhalees (73,8%) zijn meestal traders, de hindoes eerder plantagemensen.


De bus slingert zich naar NUWARA ELIYA, een hooggelegen stadje (2 000m) met nog volop overblijvende koloniale Britse flair en architectuur waaronder het Arahaya Green City HotelĀ dat golf, ponyrijden en trekking aanbiedt. Het ligt aan Lake Gregory waar watervliegtuigjes soms mensen aanvoeren voor de vele activiteiten. Het wemelt dan ook van bootjes, hotels, bungalows en appartementen. We tuffen verder door de prachtige hooglanden, i.p.v. met de trein dus met onze bus. We zien de gevolgen van een aardverschuiving en eenmaal worden we tegengehouden en moeten we omrijden, omdat in een school een hertelling van stemmen plaatsvindt. Dan bereiken we BandarawelaĀ waar we overnachten.


Dag 7

Vandaag gaan we via het schilderachtige bergdorp ELLA, een toeristenoord met veel rugzakjongeren, en het hoogland vol spectaculaire canyons, watervallen en weelderige jungle naar het beroemde Nationaal park UDAWALAWE. We maken het voedingsmoment mee van een zestigtal jonge weesolifantjes, waarbij erg koddige kleintjes die met de fles worden gevoed. Maar meestal is het, elk op zijn beurt, via een lange trechter waarin melk wordt gekapt. Sommigen proberen een tweede beurt maar de bewakers treden drastisch op. Alles staat in het teken van de voorbereiding op een toekomstige zelfredzaamheid in de wildernis. En triest, als mannetjes niet door een kudde aanvaard worden, blijven ze zwervende eenzaten…


Dan het orgelpunt. In open terreinwagens met vierwielaandrijving verkennen we safarigewijs het fascinerende park. In de jeeps klimmen is op zich al een huzarenstukje, het botsend rijden op een super hobbelig parcours een letterlijk schokkende ervaring. We hebben veel geluk en zien vele olifanten die soms aanraakbaar dicht bij ons komen. Leuke vogeltjes, kameleons, krokodillen die liggen te zonnen, kraanvogels, pauwen, pelikanen, waterbuffels en apen natuurlijk. Verder in de savanne zijn er waterpoelen waarin olifanten baden en verdorde bomen in het water het geheel een apocalyptisch, dramatisch aanzicht geven.

Een olifant wentelt zich na zo’n bad meteen in de modder ter bescherming tegen de zon. Vandaar dat ze soms zwart zien i.p.v. grijs. Deze Indische soort heeft zelden ivoren tanden (slechts 5%). Tijdens de dag slapen ze soms staand en ’s nachts gaan ze op zoek naar water. Maar eens tam zijn het dankbare, hardwerkende dieren.


Op de terugweg zien we een drachtig vrouwtje (een dracht duurt 22 maanden). En dan plots versperren twee olifanten, die een drie weken oude babyolifant afschermen, de weg. Ze worden agressief en beginnen met hun slurven zand naar ons te gooien. Iedereen moet rustig blijven. Het loopt goed af. We eindigen in Embilipitiya. Als ik na het zien van zovele dikhuiden, onder de douchedamp, het zand van me afspoel, bemerk ik in de spiegel een olifant … met een kleine slurf. Of is het een Boeddha? Dat komt er van….


Dag 8Ā 

De sfeer is wat geladen doordat we de panoramische, bijzondere treinrit door de theebergen afgelast zagen vanwege zogezegd niet mogelijk, weliswaar al vooraf betaald Ć©n gereserveerd. Ter compensatie biedt Aitken Spence, de lokale DMC, ons een treinrit aan langs de kust, wat ze de ā€œtrain experienceā€ noemen, Ć©n een gratis lunch in het fort van Galle. Weliswaar pas om 15:30 uur. We vinden die kusttrein geen toegevoegde waarde en de timing oncomfortabel. We moeten een document ondertekenen waarbij wij ons akkoord verklaren hier niet op in te gaan. Later kom ik te weten dat een treinrit hoogstens 1€ kost en de maaltijd is het flauwste aanbod van de hele reis. Ik becijfer dat de treinrit ons bij reservatie minstens 65€ kostte. Trek zelf uw conclusies.


Onze gids Bandula verliest langzaam ons laatste restje sympathie. Hij wijst ons constant erop

niet in te gaan op straatverkopers en ā€˜bedriegers’, maar houdt duidelijk zijn eigen terrein veilig. Zoals bij dat houtsnijwerk handelspand. Er waren prachtige houten olifanten, schommelstoelen en honderden aan lokale taferelen refererende ambachtelijke stukken, maar de meeste kunnen toch niet in je bagage en shippingĀ blijf ik altijd een risico vinden. Idem voor de andere koopmomenten, de kruidentuin die ondanks de niet te snappen, dure prijzen wĆ©l enig succes had, de theefabriek, de juwelenkeet Ć©n de klerenzaak (echte zijde!). Maar ik was ooit zelf gids en tourleider. Leer me het kennen…

Op weg naar GALLE. We verlaten de zone bij het Nationaal Park en bereiken langzaam de zuidkust. Hier landen soms charters vol Russische en Wit-Russische toeristen. Eerst stoppen we in de Ramboda streek bij een waterval van 170 meter hoog vol mooie minerale stenen: roze, witte, blauwe, die elk een speciale kracht zouden hebben. Ze worden te koop aangeboden voor ampel wat eurocent muntjes. Eens afgedaald en terug in de 'wet zone' passeren we suikerrietplantages en veel waterbuffels die in deze streek voor bijzonder lekkere yoghurt zorgen. Ook zien we wood applesĀ (NL: olifantennoot) waarvan je sap en confituur kan maken.

We bezoeken een betoverende markt vol authentieke sfeer, kleur en ontelbare, mooi gestapelde groenten en fruit met ook tabak, maniok, 22 soorten chilipepers en groenten die wij ook kennen, maar dan erg anders van vorm. Dan gaat het, langs mooie kusten met typische vissersboten, naar de beroemde stelt- oftewel paalvissers. Ze zitten op kleine dwarsbalkjes gemonteerd op een lange paal in de zee. Zeer fotogeniek. Eentje biedt aan er even op te zitten voor de foto Ć  500 roepies. Hoe leuk en bijzonder ook, zou dit een tourist trapĀ kunnen zijn? Ze vangen in elk geval onooglijke visjes i.p.v. de beoogde sardienen en makreel.

Wat verder bezoeken we een strand met een eilandje met een soort tempeltje waar je naartoe kan waden met ernaast een surfstrand waar vooral Hollandse meisjes proberen op aanrollende golven rechtop te staan en een stuk verder vissers die in groep lange netten op het strand slepen.


In Galle (de naam komt van goal,Ā wat rots betekent) stappen we over op een kleine shuttlebus die ons binnen het majestueuze fort (Unesco) naar die lunch brengt. Daarna volgt een rondleiding langs de machtige stadsmuren uit graniet en koraal, ooit bezet door de Portugezen, wat door een stevige plensbui letterlijk in het water valt. We bezoeken nog kort de Nederlandse Kerk,

niet echt de moeite waard, en reizen dan langs rubberplantages en herbouwde huizen na de tsunami van 2005, naar ons hotel voor vijf dagen rustvakantie. We legden 1 300 kilometer af.


In het hotel vallen lotusbloemen, een hartelijk professioneel welkom (buiten een onverstaanbare, overbodige infospeech) en een centrale kamer met balkon en een perfect zee- en zwembadzicht, ons ten deel.

Dag 9 – 14

Royal Palms Beach hotelĀ **** in KALUTARA is prachtig en heeft een groot zwembad pal op een palmentuin aan de zee. De branding is deze tijd van het jaar van een geweldige onstuimigheid (moesson seizoen). Van het strand rest nauwelijks dertig centimeter en de ruwe golven beuken in op de beschermende rotsblokken. Zwemmen in zee is dus uit den boze, ook al vanwege een gevaarlijke onderstroom.


De kamers zijn ruim en de service vele niveaus hoger dan in het binnenland. Je kan tenminste een gesprek aanknopen met elk personeelslid. Voordien kreeg je met moeite melk uitgelegd, om dan pakweg suiker te krijgen. De lobby en publieke ruimtes bevatten schitterende Indisch aandoende ornamenten in de vorm van Oosterse antieke deuren, kisten en versieringen allerlei, evenwichtig mooi, klasse vol en weg van kitsch, en olifanten in diverse vormen.


De buffetten zijn verzorgd, rijkelijk en smaakvol klaargemaakt met veel variatie in OriĆ«ntaalse en lokale currygerechten naast wat internationale, ter plekke geroosterde of klaargemaakte standjes, een koude- en een dessertzone. Alles best creatief gepresenteerd. ’s Middags lunchen we in de CabanaĀ Ć  la carte. Vooral de Singapore Style Chili CrabĀ (wel veel knoeiwerk) en de Lagoon Crab drumsteak Leaves Curry vallen bij ons in de smaak. En ze hebben mijn geliefde umami Thaise Tom Ka Khai soep. O, even een simpele kooktip ontdekking: okra’s in schijfjes frituren en serveren met sinaasmayonnaise.


Mijn zweet drupt in mijn toetsenbord terwijl ik dit schrijf en als we de kamer met airco verlaten, beslaan onze brillen meteen en valt de hitte als lood op ons.

Ik probeer een Ayurveda Abhyanga massage (1 uur = 26€). Niks bijzonders wat mij betreft, liever een diepe, grondigere Thaise- of shiatsu massage. De week gaat op aan genieten, rusten, zwemmen. Ik doe aan niks mee, al kan je yoga, wateraerobics en kookklassen volgen.

We maken een tuktuk rit (2 000 roepies voor 1,5 uur) rond het stadje, langs brug en rivier, de Bodhiya tempel en de centrale clock towerĀ op zoek naar markt- en straatsfeer. Het bezoek aan de kleurrijke Kovil Hindoetempel biedt ons een klein ritueel van het overhandigen van een brandende kokosnoot door een bovenlijf blote priester. Nella wil meteen met hem op de foto.


Op de avond van World Tourism Day beleven we buiten het restaurant Sri Lankees vertier met de klassieke trommelaars, danseressen, traditionele klederdracht, vuurspuwers en acrobaten en een leuk orkestje binnen (die o.m. een 'Sri Lanka versie' spelen van ā€˜Marina’).

De avonduitstap naar de Kalutara Binara Maha PeroharaĀ processie levert schitterende scĆØnes en beelden van getapijtiseerde olifanten versierd met lichtjes en van alles. Alsook wel twintig dansgroepen, vrouwen in paardjeskostuums of als reuzepauwen met straat brede pluimenstaarten, vuurspuwers en zweepslagers die tekenen voor de luidste ā€œklakā€ van uw leven. De kost is een donatie van 5 000 roepies (14€) busrit inbegrepen, t.v.v. Boeddhistische culturele activiteiten. Verder was er ook nog een rivierexcursie langs mangroves naar een strand met nog zeven (oorspronkelijk elf) soorten schildpadden, moonstonesĀ en een bezoek aan het Tsunami museum.

Dag 14

Om vier uur opstaan, ontbijtzakje, en via Colombo airport en Dubai, komen we thuis rond 21:00 uur. We waren een dikke twintig uur onderweg.

-----------------------------------------------------------------------------------------------------------

Uitsmijter over onze gids zijn soms rare ā€œparlareā€. Enkele voorbeelden.

Ā·Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā  Tussen foot en foodĀ klinkt er echt geen verschil. We eat foot, iemand?

Ā·Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā  ā€˜A restaurant’ wordt een restOOren

Ā·Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā  Een tuktuk noemt hij een mosquito taxi. Wel leuk dit.

Ā·Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā  How long will it take to a toilet stop? 15 minutes but you can still in the hotel. Que?

Ā·Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā  They eat curry with rice, and rice with curry also. Hospitals are free, so you don’t have to pay.

Ā·Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā  You can buy kloot, betekent clothes.

Ā·Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā  Na de tweede dag slaagt hij erin nog te zeggen: Here you see also palmtrees. Sri Lanka is very green! Heu, ā€œhariā€ (okĆ©)!

Ā·Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā  Wat wil zeggen: fa’e vileetjis. Juist: five villages.

Ā·Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā Ā  You can see also… en dan zegt hij wat we zien en ook wel zelf kunnen benoemen: shops, bomen, enz. We voelen ons een kleuterklasje.


En Bandu sjoemelt met zijn vermelde wandelafstanden. Zijn verweer: je komt hier om te kijken. Hij heeft natuurlijk gelijk maar iedereen heeft zijn eigen boeddha interesse- en tolerantiegraad, afgemeten aan de te leveren inspanningen en de eigen conditie. Dus toch maar beter voor de minder fysiek parate reizigers de correcte waarheid vooraf meedelen, beste Bandu! En die ā€˜treinreiszwendel’ geven we door, hoor.


Ā©WimVanBesien2024.Ā  Met dank aan Johan De Roos en Fabienne voor enkele foto’s.


Comments


bottom of page